Inge Salomons, Alumna taalwetenschap
Zevenenhalf jaar geleden begon ik aan de opleiding Vroedkunde in België; ik kwam net van het VWO en behoorde helaas niet tot de 200 mensen die wel waren toegelaten tot de studie Verloskunde in Nederland dat jaar. Maar ik gaf niet op: ik wilde het jaar erop weer meedoen aan de selectie en mezelf een voorsprong geven door al een jaar ervaring te hebben. De studie in België viel echter tegen en ik begon te twijfelen aan mijn studiekeuze. Dus ik schreef me opnieuw in voor Verloskunde, maar ook voor Taalwetenschap. De studie Taalwetenschap leek me het jaar ervoor al wel interessant, maar ik zou de eerste in mijn familie zijn die naar de universiteit zou gaan en ik kon me maar moeilijk voorstellen hoe je met zo’n theoretische achtergrond een baan kon vinden. En toen werd ik tot beide studies toegelaten. Na lang wikken en wegen besloot ik voor Taalwetenschap te gaan, omdat ik bang was dat het beroep van verloskundige misschien toch de praktisch voor me zou zijn en ik de mentale uitdaging zou missen.
Ik koos bewust voor Taalwetenschap in Groningen vanwege de klinische kant. Het leek me de meest logische keuze, gezien mijn achtergrond. Echter, al snel bleek dat ik de theoretische kant veel interessanter vond. Semantiek, syntaxis en klankleer: daar ging mijn hart sneller van kloppen. Ik koos voor een minor Spaans, omdat het me praktisch en vooral leuk leek om een extra taal te kunnen spreken. Met het invullen van de vrije ruimte had ik wat meer moeite. Ik wist echt niet wat ik naast Taalwetenschap nog meer interessant vond. Ja, biologie, maar dat was qua indeling van de blokken niet haalbaar. Dus toen begon ik met afstrepen. Elk vak van de faculteit Letteren dat ik kon kiezen voor in de vrije ruimte ging ik af. En aan het eind bleef er maar een vak over: Inleiding Programmeren I. Naast biologie was wiskunde een van mijn favoriete vakken op de middelbare school en de vakken binnen Taalwetenschap werden (hoe interessant ook), me soms een beetje te abstract, dus deze wereld van cijfers en logica leek me wel wat. Ik vulde mijn hele vrije ruimte in met vakken van Informatiekunde en tijdens het eerste college was ik al verliefd. Een bijkomend pluspunt was dat het wat meer sturing gaf aan mijn toekomstige carrière (vooral mijn familie leek opgelucht door mijn onverwachte interesse in de ICT).
Mijn studietijd tijdens de drie jaar van mijn bachelor werden daarnaast compleet gemaakt door het Honours College en mijn bestuursjaar bij TW!ST. Beiden hebben veel tijd gekost, maar hebben me ook heel veel opgeleverd. Het Honours College doet wat het belooft: je leert verdiepen én verbreden. De kers op de taart was natuurlijk de summer school: mijn tijd in Suriname zal altijd een van mijn mooiste ervaringen blijven. Mijn functie als bestuurslid heeft me meer geleerd dan ik van tevoren had verwacht. Waar ik het meest dankbaar voor ben is dat ik er een stuk socialer door ben geworden. Voorheen was ik verlegen, las ik het liefst alleen een boek op mijn kamer en praatte ik alleen veel als ik bij mensen was die ik goed kende. Maar als je je ineens in het midden van een constitutieborrel bevindt en je veel socialere bestuursgenoten vliegen meteen alle kanten op, dan leer je wel sociaal worden. Ik ben ervan overtuigd dat ik nu niet zou zijn waar ik ben als ik me niet had laten overtuigen om te solliciteren als bestuurslid (bedankt Demir, Eva en Jesse!).
Na die drie jaar kwam er weer een keuzemoment: welke master wilde ik gaan doen? Het liefst wilde ik een onderzoeksmaster doen, waarbij ik een semester naar het buitenland kon, en waarbij ik niet hoefde te kiezen tussen taalwetenschap en informatiekunde. Ik dacht eerst dat ik op een van de punten moest inleveren, maar na een uitvoerige online zoektocht en het bezoeken van open dagen, vond ik de perfecte master: de Erasmus Mundus Master Language and Communication Technologies. Hij voldeed aan al mijn wensen en werd nog aangeboden door de RUG ook! Omdat het een Europese master is, moest ik in twee verschillende landen studeren, waarbij ik de keuze had uit zeven steden in zeven Europese landen. Ik deed mijn eerste jaar in Groningen en, om eindelijk mijn kennis van het Spaans in de praktijk te brengen, het tweede jaar in San Sebastián, Spanje. De master sloot perfect aan bij mijn verwachtingen en interesses. Mijn tijd in Spanje is uiteindelijk geen jaar geworden, want in het jaar 2020 ging nou eenmaal niks zoals gepland, maar de zeven maanden dat ik daar was, waren onvergetelijk. Ik raad echt iedereen aan om een tijdje in het buitenland te studeren!
Tsja, en dan studeer je af in een tijd waarin de hele wereld platligt. Omdat ik aardig wat tijd nodig had om bij te komen van die zware beproeving genaamd mastersciptie, begon ik pas maanden later echt actief te zoeken naar een baan. En dat bleek toch lastiger dan gedacht. Ik had mijn grote vraagtekens bij het doen van een PhD vanwege alle horrorverhalen, dus ik wilde het eerst in het bedrijfsleven proberen. Maar ondanks dat communicatietechnologie een populair vakgebied is op dit moment en er op zich wel aanbod was, kon ik niet echt iets vinden waar ik enthousiast van werd. Omdat ik sinds mijn thuiskomst uit Spanje bij mijn ouders woonde, had ik de luxe om rustig verder te zoeken tot ik iets vond waar ik wél enthousiast van werd. En dat bleek een goede keuze! Het onderzoeksteam van mijn masterscriptiebegeleider was op zoek naar een PhD-student. En omdat de werkmentaliteit en -sfeer in Spanje, maar bovenal het onderzoeksonderwerp, me erg aanstond, heb ik er toch voor gekozen een PhD te doen. Ik woon sinds een maand in Bilbao, een stad naast San Sebastián, en houd me bezig met Silent Speech Recognition, met als doel om stemloze mensen weer een stem te geven. Door de elektriciteit te meten in de spieren die worden gebruikt om te praten, kan met behulp van kunstmatige intelligentie geluidloze spraak worden herkend. Zo hoeven bijvoorbeeld gelaryngectomeerden (mensen van wie de stembanden zijn verwijderd als gevolg van kanker) alleen maar te articuleren om te kunnen communiceren.
Het leven als PhD’er bevalt me erg goed. Ik heb twee supervisors met wie ik iedere week een meeting heb, maar daarnaast heb ik veel verantwoordelijkheid en vrijheid. De basis van mijn motivatie is ook anders dan toen ik studeerde. Ik werk nu niet zodat ik een goed cijfer haal of eindelijk afstudeer, maar omdat ik vastberaden ben om dit onderzoek te laten slagen.
Zoals het nu lijkt zal ik voor minstens drie jaar in Spanje wonen. De beslissing om voor langere tijd naar het buitenland te verhuizen heb ik niet zomaar gemaakt; ik heb er echt wel een paar nachten over geslapen. Tot nu toe heb ik nog geen spijt van mijn keuze, want ondanks dat ik mijn familie en vrienden natuurlijk wel mis, is het een geweldig en erg leerzaam avontuur. Het leven in het Baskenland is zo anders dan in Nederland en dat is iedere dag nog wennen, maar op veel fronten past het beter bij me. Uiteindelijk zou ik vanwege mijn familie wel graag weer naar Nederland willen terugverhuizen, maar je weet maar nooit…