Jordi Oosterhuis, Alumnus taalwetenschap
Wat voor sommigen van jullie inmiddels een gemaakte keuze is, lijkt voor anderen misschien nog wel erg ver weg. Je bent net begonnen aan de bachelor Taalwetenschap en hebt nog geen idee wat je wilt doen als je die hebt afgerond. Of je zit al (bijna) in je derde jaar van de bachelor en voelt een lichte paniekaanval opkomen bij het idee dat je al bijna een keuze voor je master moet maken. Dit laatste was zeker ook op mij van toepassing en daarom wil ik jullie in deze blog mijn ervaring en enkele tips delen bij het kiezen van de juiste master.
Nadat ik bij de bachelor Griekse en Latijnse Taal en Cultuur gestrand was en daarin geen verdere toekomst zag, wist ik dat ik niet op m’n plaats was bij deze bachelor. Ik besloot m’n interessegebied te volgen en te switchen naar de bachelor Taalwetenschap. Heel erg georiënteerd op deze bachelor had ik niet, maar met een minor Toegepaste Taalwetenschap op zak meende ik de juiste keuze te maken. Ik kwam tot de ontdekking dat Taalwetenschap niet louter draaide om boomstructuren, maar dat er ook een heuse klinische kant aan zat. Hoewel dit nieuwe mijn interesse wekte (met name omdat ik geen idee had wat je anders met Taalwetenschap kon dan de klinische kant op gaan), ontdekte ik na een aantal maanden Logopedie op de Hanzehogeschool gevolgd te hebben, dat ik me meer thuis voelde bij de theoretische taalkunde. Met de ervaring van de eerder mislukte bachelor Grieks en Latijn, besloot ik Logopedie op te geven. Ik had de studiepunten toch niet nodig.
Mijn hart lag dus bij de theoretische taalkunde en dit nam ik dan ook mee in mijn keuze voor een master. Zeker weten wilde ik niet weg uit Groningen, dus bleef er een tweetal masters over: European Linguistics en Applied Linguistics/TEFL. Na het bijwonen van de Master Open Dag en met de ervaring van de minor Toegepaste Taalwetenschap op zak, was ik al snel overtuigd dat Applied Linguistics beter bij me zou passen. Na het afronden van de bachelor begon ik enkele jaren geleden dan ook met frisse moed aan de master.
Niks bleek minder waar. Ik kwam er al snel achter dat de master helemaal niet zo gefocust was op de theoretische taalkunde als ik gehoopt had. Sterker nog: de master leek zich uitermate veel te focussen op Engels als tweede taal in het onderwijs. Toen ontdekte ik dat de toevoeging TEFL stond voor ‘Teaching English as a Foreign Language’. Stom van me dat ik dit niet eerder ontdekt heb.
Samen met m’n partner in crime Leonie, die net als ik ook gekozen had voor de master Applied Linguistics en ook tot het besef kwam dat de master niet goed bij haar paste, stapte ik na een maand over naar de master European Linguistics, waar tot mijn grote blijdschap bleek dat de theoretische taalkunde een prominente rol had. Meteen het eerste halfjaar bleek één van de vakken (Debates in Linguistics; nota bene een super theoretisch vak) al niet zo goed bij me te passen en besloot ik enkel het vak Language Variation in Europe af te ronden. Dit vak kwam het dichtste bij m’n werkelijke interesse voor Taalwetenschap, welke ik had opgedaan bij de minor Applied Linguistics: de variatie in taal en hoe talen elkaar beïnvloeden.
In september heb ik vervolgens met veel plezier de vakken Nieuwe Klanken en Functional Linguistics (bestaat nu niet meer) gevolgd, waarna ik mocht beginnen aan het slotstuk van m’n lange studiecarrière: de masterscriptie. Een groot deel van het eerste halfjaar heb ik samen met Leonie op het kantoor van TW!ST gewerkt. Het is heel handig om zoiets te plannen als stok achter de deur, zodat je ook daadwerkelijk vanaf het begin bezig bent met je scriptie.
Toen een aantal maanden later mijn resultaten niet conform mijn hypotheses bleken te zijn en de naderende zomer met prachtig lenteweer ook niet hielp om de motivatie hoog te houden, besloot ik de scriptie even te laten voor wat het was, om vervolgens in de tiende september dat ik zou studeren er vol voor te gaan om de scriptie in twee maanden af te ronden. Twee maanden werden vier maanden, maar 2020 kon niet beter beginnen toen ik in januari te horen kreeg dat ik was afgestudeerd. Er was definitief een einde gekomen aan het era ‘studeren’. Heb ik er spijt van dat het zo lang heeft geduurd? Allerminst! Ik heb in al die jaren zo veel vrienden gemaakt, kennis opgedaan en ben als persoon ontzettend gegroeid door de vele kansen die TW!ST me geboden heeft. Ik had het zo over willen doen!
Ik wil deze blog dan ook afsluiten met een aantal tips. Wil je niet net als ik zo vaak switchen van studie? Oriënteer dan goed op de bachelor of master die je wil volgen. Loop een dag (of 2) mee met een student! Een reëler beeld van de inhoud van vakken kun je niet krijgen! Verder: volg je hart, doe wat je leuk vindt. Zowel wat studeren betreft als daarbuiten. Studeren gaat niet alleen om dat papiertje halen. Het is ook dé fase waarin je jezelf als persoon ontzettend kan ontwikkelen, waar je na je studie alleen maar van kan profiteren (weet ik nu uit ervaring)!